Om te weten hoe je het eten gaat bereiden en opdienen voor mensen met dementie, zul je eerst moeten begrijpen hoe hun hersenen werken. Die werken héél anders dan de onze en dat is bijna niet voor te stellen. Zonder de kennis van de hersenen die beschadigd zijn, kunnen we per ongeluk op allerlei manieren zodanige fouten maken dat er van het eten niets terecht komt. Uiteraard zijn we dan weer boos want we hadden “nou net zo lekker voor ze gekookt!”, of “zo mijn best gedaan en ze waarderen het helemaal niet!”.
Zorg voor weinig en gunstige prikkels
Er zijn veel voorbeelden van problemen die kunnen ontstaan voor, tijdens of na de maaltijd. Mensen die opstaan en gaan lopen tijdens het eten. Mensen die meer aandacht hebben voor hun placemat en tafelkleed, of ergens aan gaan zitten plukken. Mensen die ineens niks meer lusten of simpelweg weigeren te eten, enzovoorts.
Veel van deze problemen zijn te herleiden naar de prikkels die mensen met dementie krijgen. De kunst is dus om de dementerende de juiste prikkels te geven (niet teveel en niet te weinig), waardoor de persoon kalm blijft en rustig zijn of haar bord leegeet.
Hoewel mijn tips zijn geschreven vanuit het perspectief van een verpleeghuissituatie zijn ze ook heel gemakkelijk te vertalen naar de thuissituatie.
Nodig uit om mee te helpen met koken
Als iemand nog kan meehelpen met koken en dit ook leuk vind, stimuleer dat vooral. Soms zeggen mensen “nee” als ze dit gevraagd wordt. De reactie is dan vaak: “dat heb ik mijn hele leven al gedaan, nu doe ik het niet meer”. Dat kan een vlucht zijn. Want zomaar uit het niets beginnen is lastig met een beschadigd brein. Maar als er bijvoorbeeld een zak aardappels samen met alle benodigdheden op tafel wordt gezet, en u zelf met handelingen start, dan is het voor iemand makkelijker om aan te sluiten. En vinden ze het juist heel fijn om te helpen met schillen. Daarnaast is het prettig om alle kookgeurtjes te ruiken. Onbewust krijgen mensen dan toch meer zin om te eten.
Voorkom teveel drukte tijdens het koken
Bij de voorbereiding van de maaltijd kan het druk zijn in het keukentje. Daar komt allerlei geluid vandaan. Bewoners die er met de rug naar toe zitten snappen daar dus niets van. Dit is zeer beangstigend voor demente mensen. Zij ervaren stress, worden bang en onrustig. Het brein raakt overbelast. Ze kunnen niet meer doen wat er van hen ‘wordt verwacht’. Ze beseffen niet dat er gekookt wordt, dat het eten is opgediend en dat zij gaan eten.
Er moet dus goed opgelet worden dat iedereen in de huiskamer het keukentje kan zien.
Dek de tafel van te voren
Simpelweg een tafel dekken zorgt voor heel veel prikkels. Denk aan kletterend bestek, wapperende tafellakens, schuiven met stoelen en alle beweging rondom de tafel. De persoon die al aan tafel zit kan al deze prikkels niet meer ordenen of afweren en ervaart een enorme drukte in het hoofd. Als de tafel eenmaal gedekt is en men eigenlijk zou kunnen gaan eten zal er vaak weigergedrag optreden, want zij hebben door de stress helemaal niet in de gaten dat ze eigenlijk zouden moeten eten.
Het beste is om te zorgen voor één gerichte prikkel, bijvoorbeeld door de persoon of personen even voor de televisie te zetten zodat op de achtergrond rustig de tafel gedekt kan worden. Eenmaal gereed kan de oudere zo aanschuiven. Als de persoon nog kan helpen bij het tafeldekken, dit zeker stimuleren!
Dek de tafel herkenbaar
Omdat het geheugen terugloopt bij demente mensen herkennen zij geen moderne dingen meer. Ook het gezichtsvermogen loopt terug. Dit heeft gevolgen voor het soort eten en hoe er gedekt wordt.
Vijftig jaar geleden kreeg men geen bord eten voorgezet dat ergens anders werd opgeschept maar werden de pannen en schalen op tafel gezet zodat daar uit kon worden opgeschept. Dit herinnert aan vroeger. Daarnaast kunnen mensen met dementie vaak pas echt goed kiezen wat ze willen eten als ze het zien en herkennen.
Daarnaast werd een tafel vroeger met weinig poespas gedekt. Geen tafelkleden met het hele sterrenstelsel erop of placemats vol kleurige vlinders, maar simpele effen kleden, misschien met een boerenbont motief en effen servies. Voor rust aan tafel is dit erg belangrijk. Probeer er dus voor de zorgen dat de mensen aan tafel niet afgeleid kunnen worden door verschillende motiefjes en kijk of er genoeg contrast is tussen bijvoorbeeld het tafelkleed, bord en eten.
Bij voldoende contrast eten mensen zelfstandig 25% meer. Een wit bord op een wit kleed met aardappelpuree en witvis is niet de beste combinatie om maar een voorbeeld te noemen.
Tot slot, probeer toetjes en dranken zoveel mogelijk uit te schenken in glazen schaaltjes. Pakken vla en melk herkennen dementerenden niet meer, terwijl als goed te zien is wat voor voeding het is, zullen mensen sneller geneigd zijn om het op te eten.
Kook eten ‘van vroeger’
Dit is een kwestie waar men niet zo gauw aan denkt. Vroeger at men de groenten uit het seizoen, wat vaak betekende dat er niet veel afwisseling in zat. Veel stamppotjes in de winter en vooral bonen in de zomer. Daarnaast waren er dagen waarop iets specifieks gegeten werd: woensdag gehaktdag, vrijdag vis en zondag maaltijdsoep, gebakken aardappeltjes en wat duurder vlees zoals biefstuk.
Vanwege de zoetzure smaak houden ouderen ook van tomatensaus (maar niet met spaghetti en wel met macaroni), Indisch eten (maar niet met de rijst die in hun wangen en achter het kunstgebit blijft steken en wel met bami die ze van vroeger kennen), vanillevla met yoghurt en appelmoes.
Eiersalade, broccoli, bietensalade, mosterdsaus, satésaus, mihoen, zalm en champignons zijn allemaal voorbeelden van eten die dementerende ouderen misschien niet (her)kennen of langzaam vergeten. Dit omdat het ‘moderner’ eten is, of omdat het vroeger eten van de rijken was. Dit wil niet zeggen dat geen enkele dementerende dit eet, of juist heel erg van stamppot houdt, maar het is wel iets om rekening mee te houden.
Help mensen met kiezen
Kiezen is een hogere hersenfunctie. Ouderen kunnen vaak pas kiezen als ze eten zien en herkennen wanneer het op tafel staat. Een tekstmenu zegt niet zoveel. Wanneer een keuzemenu verplicht is kan het helpen om plaatjes bij de verschillende mogelijkheden te zetten. Zo kunnen mensen iets herkennen en dan een keuze maken. Ze praten ook dikwijls iemand die al iets gekozen heeft na. Dus wanneer een bijdehante bewoner puree wil, willen ze het allemaal. Wat ze eventueel wél kunnen is zeggen wat ze niet lusten. Maar dat kunnen ze pas wanneer het aangeboden wordt. Dus laat mensen aan tafel kiezen. Wanneer we ‘algemeen’ eten geven dan vinden vrijwel alle bewoners dat lekker.
We kunnen ook teveel keuze aanbieden. Bijvoorbeeld vijf soorten toetjes met meloensmaak, perziksmaak, pistache-smaak, kokos-smaak, frambozensmaak etc. Demente mensen kunnen hier geen wijs uit.
Rust tijdens de maaltijd
Tijdens de maaltijd hebben de verzorgenden soms de neiging om steeds rond te lopen om te kijken of iedereen wel eet, om steeds vuil servies naar de keuken te brengen en om mensen nog wat eten te geven. Dit zijn allemaal prikkels waar demente mensen door worden afgeleid. Ze gaan dan ogenblikkelijk minder en slechter eten. Ze kunnen dan het bestek niet goed meer hanteren en het duurt na het nemen van een hapje heel lang voordat ze weer een nieuwe nemen.
Het gebruik van klikhakken en praten achter de rug van de bewoners is ook heel ongunstig. Gebruik bijvoorbeeld een dienwagentje om het vuile servies op te zetten en ander servies, of toetjes, uit te delen. Zo hoeft er niet méér gelopen te worden dan nodig is.
Zelf mee-eten stimuleert
Omdat het denkende brein bij mensen met dementie langzaam verdwijnt, vinden ze het steeds moeilijker om woorden om te zetten in daden. Iemand verbaal aansporen met bijvoorbeeld ‘neem nog een hapje’ werkt dan ook niet optimaal. Wat zij echter nog wel heel goed kunnen is na-apen. Dit is een handeling die mensen nog heel lang uit kunnen voeren. Peuters leren ook op die manier. Wat men zou kunnen doen om iemand aan te sporen is een verbale stimulatie combineren met een voorbeeld. Zeg “neem maar een hapje” en doe dit tegelijkertijd ook voor. Eet dus zelf mee. En praat over de aardappels die zo lekker zijn en vertoon voorbeeld gedrag. Over de groente die vers is en hoe die geteeld wordt, en dan laat voorbeeld gedrag met de groente zien, etc.
Een ander trucje is slechte eters aan tafel te zetten met goede eters zodat zij hen kunnen imiteren. Let wel op dat het eten niet van het bord gebietst wordt door de goede eters!
Maak zelf eten zo gemakkelijk mogelijk
Het belangrijkste aspect is dat men het eten zelf in de mond kan steken. Dit geeft een enorm stuk onafhankelijkheid, meer eetplezier en minder noodzaak voor intensieve begeleiding door mantelzorgers en verzorgers. In primitieve gemeenschappen, waar men gewend is met de handen te eten, is het eet-gebeuren helemaal geen (personeels)probleem en bewoners eten naar hartenlust.
Een nieuwe trend is het zg. ‘Fingerfood’. Hapjes die je met de hand kunt eten. Frietjes, boontjes, worteltjes, quiche (hartige taart) zijn voorbeelden hiervan. Wanneer men bedenkt dat het zelfstandig eten met mes en vork één van de moeilijkste handelingen voor een mens is, dan zullen we toch af moeten van het idee dat mensen ook zo lang mogelijk met bestek moeten kunnen eten.
Laat mensen niet worstelen met smeren en snijden. Maak dubbele boterhammen met iets plakkerigs ertussen zoals smeerkaas, smeerworst en appelstroop (gezonder dan jam) en vergeet de dubbele krentenboterham met boter niet! Maak het brood van te voren klaar en snijd dat in blokjes. Ze kunnen dan zelf nog kiezen welke smaak ze willen, hoeveel blokjes en of ze die met de vork of met de hand eten.
Iedere situatie is anders
Iedere situatie is anders. Veel hangt af van uw eigen gevoel en instinct.
dr. Anneke van der Plaats
Nog een paar tips:
- Doe placemats weg
Vanwege geheugenproblemen herkennen mensen met dementie geen moderne spullen. Vijftig jaar geleden waren er geen placemats. Een tafelkleed kan weer wel, liefst een rode of een blauwe. Kies voor een wit bord, zodat het goed afsteekt tegen het kleed. Contrast is belangrijk omdat demente ouderen dan tot een kwart meer eten.
- Na-apen
Imiteren kunnen mensen met dementie vaak goed. Ertegenover gaan zitten en mee-eten kan daarom wel eens werken. Dat werkt beter dan iemand verbaal aansporen om te eten.
- Positiviteit
Benoem positieve dingen. Vraag dus niet: ‘Waarom eet je niet?’ In plaats daarvan kun je beter ‘wat smaakt het lekker’, zeggen.
- Seizoensgroenten
Zet seizoensgroenten op tafel. In de winter een stamppot, in de zomer boontjes. Dat herkennen ouderen van vroeger. Een stuk zalm of vette vis wordt mensen met dementie vaak aangeraden, maar toch is het niet altijd de beste keuze, dat herkent niet iedereen.
- Geen prikkels
Zorg voor een rustige omgeving met weinig afleiding. Voor mensen met dementie zijn er snel te veel prikkels. Als er veel in de omgeving gebeurt, houden ze zich daarmee bezig in plaats van met het eten.
- Fingerfood
Eet met de handen! Dat iemand niet meer met een mes en vork om kan gaan, betekent niet dat diegene meteen gevoerd moet worden. Frietjes, bonen, wortelen, of hartige taart kunnen prima met de hand worden gegeten. Dat geeft een gevoel van zelfstandigheid.