Onze hersenen zijn buitengewoon gevoelig
Onze hersenen vormen een buitengewoon gevoelig orgaan. Onze zintuigen nemen in principe alle prikkels in de buitenwereld waar, ook die dingen (achtergrond ruis) waar je eigenlijk geen behoefte aan hebt. Gezonde hersenen kunnen zich goed concentreren en nutteloze en ongewenste prikkels ‘wegwerken’ zodat die niet bewust binnenkomen. Bij mensen met dementie lukt dat niet goed meer: zij raken al snel overprikkeld, net alsof je ADHD hebt.
Ons brein is vooral dol op dynamische prikkels – zoals beweging, geluid en aanraking – die zich manifesteren tegen een achtergrond van een rustige (statische) omgeving die je eigenlijk hoegenaamd niet waarneemt, ook al is die er wel.
Dynamische prikkels houden het hoofd vreselijk bezig en teveel ervan kunnen onze (ook gezonde) hersenen eigenlijk niet aan. Een teveel aan prikkels is een belangrijke oorzaak van veel zogenaamd (onbegrepen)probleemgedrag. Mensen met dementie kunnen soms behoorlijke last hebben van alle drukte bij elkaar. Helemaal als die prikkels niet meer goed begrepen worden, bijvoorbeeld wanneer je mensen of voorwerpen niet herkent, of in een situatie die je niet goed snapt, e.d.
Welzijn is afhankelijk van prikkelregulatie
Het is voor mensen met dementie daarom extra erg belangrijk om prikkels in de directe omgeving te reguleren: hetzij door dit zelf te laten doen of hen daarbij te helpen. Hun welzijn hangt van die prikkelregulatie af.
Nu kan je denken dat volledige stilte en rust dan ideaal zijn. Niets is minder waar.
Onderprikkeling kan ook leiden tot alledaagse problemen in de omgang. Want de hersenen van mensen met dementie nemen statische prikkels niet meer goed waar. Denk aan alles wat stil staat zoals de bloemen in de vensterbank, het patroontje in het behang, de kleur van de vloerbedekking, de keukentafel en de foto’s van de kinderen aan de muur. Toch wil je deze achtergrondinformatie niet graag missen, al is het alleen maar omdat het dermate vertrouwd en gewoon op je overvoorkomt dat je jezelf er door thuis gaat voelen.
Als er te weinig beweegt en er geen geluid is – en de hersenen dus onvoldoende dynamische prikkels kunnen opnemen – lijkt het erop dat mensen met dementie het gevoel krijgen dat ze niet meer bestaan. Een hele angstige ervaring! Om dit gevoel te voorkomen gaan mensen in veel gevallen dan zelf prikkels maken door te lopen, te roepen, te fluiten, onrustig te bewegen, te dwalen, te plukken aan dingen, e.d.
Het aanbieden van een goede ‘prikkelbalans’ is heel erg lastig. Het bewust ‘prikkelarm’ maken van de omgeving om overprikkeling te voorkomen pakt voor veel mensen met dementie vervolgens uit in een ‘prikkelloze’ omgeving die dwangmatig en onrustig gedrag als het ware oproept. Zij kunnen daar niets aan doen.
Hoe moet het dan wel?
Stimuleer zintuigen altijd met een doel
Stimuleer zintuigen altijd met een doel. Het doel bepaalt welke prikkels bij uitstek geschikt kunnen zijn. Het doel kan zijn om…
- iemand te ondersteunen bij een (zelfzorg)activiteit;
- ‘de grote verveling’ of onderprikkeling te voorkomen;
- herinneringen aan vroeger op te roepen;
- contact te maken;
- te ontspannen en weg te dromen;
- enzovoort …
Prikkel zintuigen synchroon
Probeer ervoor te zorgen dat de dynamische prikkels die tegelijkertijd bij iemand binnenkomen synchroon lopen. Zorg ervoor dat wat je ziet, hoort en voelt naar hetzelfde verwijst.
Creëer als het ware een totaalbeleving. Bij het koffiedrinken bijvoorbeeld: “Ik zie dat het kopje voor mij wordt neergezet, tegelijkertijd ruik ik de geur van verse koffie en zie ik iemand tegenover mij een kopje koffie drinken en … de koffie smaakt naar koffie.” De verschillende indrukken versterken elkaar waardoor iemand de gelegenheid krijgt om tot betekenis te komen, de situatie gaat begrijpen om vervolgens zelf een kopje koffie te kunnen drinken zonder daarbij geholpen te hoeven worden. Vermijd onnodige drukte eromheen. Wanneer de prikkels niet synchroon verlopen, dan moet het brein zich extra concentreren en tussen al die bijkomstige prikkels kiezen wat relevant is. Een hele lastige taak!
Mensen die als gevolg van verveling of ‘de grote stilte’ onrustig zijn kan je prettige prikkels en plezierige activiteiten aanbieden. Zoals luisteren naar favoriete muziek, kijken naar rustige bewegende beelden (ook weer niet te langzaam, dan wordt het weer te statisch!) of snoezelen. ’s Nachts in bed, wanneer het overal donker en stil is – en mensen daardoor juist niet in slaap kunnen komen – kan het heerlijk zijn om onder een verzwaarde deken te liggen, je lekker ingebakerd te voelen terwijl je tegelijkertijd kunt luisteren naar rustgevende geluiden of muziek en kijken naar ontspannende bewegende beelden op het plafond.
Voorkom onderbelasting
Onderbelasting is ook een vorm van onderprikkeling die funest is en zelfs stress veroorzaakt. Soms willen wij mensen zo goed ‘verzorgen’ dat hen alles uit handen wordt genomen. Thee zetten, de tafel afruimen, strijken, klussen in de tuin, ga zo maar door: alles wordt door een ander voor je gedaan. Kijk goed wat iemand nog wél kan en wil, en geef hem/haar de kans om met hobby’s bezig te zijn en zelf in het dagelijkse leven mee te draaien waar dat kan. Dat zou het allermooiste zijn.
Succes met het vinden van de juiste balans!
Dr. Anneke van der Plaats
Vorige pagina